BESCHRIJVING VAN DE TESTEENHEID De afzonderlijke testeenheden bestaan uit een flexibel plastic buisje, waarin een breekbare glasampul gelijmd zit. Elke ampul bevat 0,5 ml reagens. De testbuisjes #1, 2, 3, 6 & 26 bevatten elk één ampul. Bij de testbuisjes #4, 5, 7, 8, 9, 13, 14, 23, 24, 25 & 27 is tevens een ampul in de dop aanwezig. Bij het verwijderen en sluiten van de dop moet men er op letten, dat de ampul niet kapot geknepen wordt. TESTEN VAN ONBEKEND MATERIAAL Het testen van onbekend materiaal is eenvoudig. Om vertrouwd te raken met alle stappen en handelingen is het niettemin belangrijk om de nu volgende procedure geheel door te lezen. Deze is van toepassing op alle te testen materialen en op alle reagentia, ongeacht de plaats waarin men zich in het testschema bevindt. Zie, voor een meer gedetailleerde beschrijving, de sectie Beschrijving van de afzonderlijke testen. BENODIGDE HOEVEELHEID MONSTER Voor een voorlopige identificatie is slechts een kleine hoeveelheid van de verdachte stof nodig. Een platte, houten tandenstoker is een goedkope spatel. Markeer de tandenstoker 4,5 mm vanaf het brede einde. Tot aan deze markering kan de verdachte stof met de tandenstoker opgenomen worden. Dit zal gewoonlijk een monster van één (1) tot drie (3) milligram zijn. Bij zeer lichte, pluizige drugs, zoals crack of cocaïne, is een grotere hoeveelheid monster nodig. Vertrouwdheid met de testprocedure zal het vaststellen van de juiste hoeveelheid vergemakkelijken. In plaats van een tandenstoker kan ook een smal mesje, spatel, of iets soortgelijks gebruikt worden. Deze voorwerpen dienen wel goed schoon te zijn, om verontreiniging van het monster door resten van eerder geteste stoffen te voorkomen. VOORBEHANDELING VAN VERDACHT MATERIAAL Houd altijd voldoende van de verdachte stof achter, voor een analyse door het gerechtelijk laboratorium.
In het samenstellen van de kleurenkaart is veel tijd gestoken; toch zijn de beschreven of afgebeelde kleuren op zijn best relatief. De kleuren worden door verschillende factoren beïnvloed, zoals zuiverheid en/of hoeveelheid van het monster, het licht in de omgeving, temperatuur, hoe goed monster en reagens gemengd zijn en diverse andere factoren. Alleen wanneer het VOLLEDIGE TESTSCHEMA is gevolgd en men de kleuren met gezond verstand heeft beoordeeld, zijn de resultaten betrouwbaar. GEBRUIK VAN HET TESTSCHEMA
HET WEGGOOIEN VAN TESTEENHEDEN Nadat de ontstane kleuren vergeleken en geregistreerd zijn, dient de gebruikte testeenheid direct op een veilige plaats weggegooid te worden. GEBRUIKTE TESTEENHEDEN NIET BEWAREN! De inhoud van de gebruikte test kan gaan lekken. Dit kan leiden tot schade aan kleding of verwonding. Als de gebruikte testeenheden niet direct op een veilige plaats weggegooid kunnen worden, bewaar ze dan in een plastic zak (poly bag, #10, in de kit aanwezig), totdat dit wel kan. Gebruikte #3 testen niet samen met gebruikte #7 of #8 testen weggooien. N.B. 1: Eventueel kunnen de buisjes in de wasbak voorzichtig onder licht stromend water uitgespoeld worden (let op spatten!), of in kranten gewikkeld worden alvorens ze weg te gooien. Tot slot - een overzicht: wat doen en wat niet Wel doen
Niet doen...
BESCHRIJVING VAN DE AFZONDERLIJKE TESTEN Algemene procedure 1-4, zoals vermeld in de tekst: TEGENGIF A: Reagens 1 Mayers reagens (1 ampul) Een test ter bepaling van alkaloïden (deze test gaat vooraf aan alle testen; zie de CHART SELECTOR op de voorkant). Volg de algemene procedure zoals hierboven beschreven. De vorming van een wit of crème, gelatineus neerslag, is een aanwijzing voor de aanwezigheid van een alkaloïd (of een amfetamine). Ga door met test #2 (Marquis'-reagens), een test voor de bepaling van opiumalkaloïden. Als er geen neerslag is ontstaan ga dan door met test #5 (Dille-Koppanyi's-reagens, een test voor de bepaling van barbituraten). Reagens 2 Marquis Reagens (1 ampul) Een test voor de bepaling van opiumalkaloïden. Volg de bovengenoemde algemene procedure 1-4. Kleuren: a. Een violette tot purperrode kleur duidt op opiumalkaloïden. Het onderzoek eventueel met test #3 (salpeterzuur) voortzetten, om te bepalen of het heroïne of morfine is. b. Oranjerood kan duiden op de aanwezigheid van een amfetamine. c. Bruin op de aanwezigheid van Pethidine® (Demerol, Meperidine). d. Rood op de aanwezigheid van mescaline. Reagens 3 Salpeterzuur (1 ampul) Dit reagens is GEEN primaire test, d.w.z. deze test dient pas uitgevoerd te worden nadat Marquis'-reagens (#2) een paars/violette kleur heeft gegeven. Het is een test om te onderscheiden tussen heroïne en morfine en voor het vaststellen van de identiteit van enkele andere verdachte stoffen. Volg de bovengenoemde algemene procedure 1-4. Observeer de kleurveranderingen die plaatsvinden. Kleuren: a. Geel: heroïne. b. Rood tot oranjerood, snel verblekend tot geel: morfine. Reagens 4 Cobalt thiocyanaat (2 ampullen) Een test voor de bepaling van cocaïne, procaïne, lidocaïne, tetracaïne en methadon. Volg de algemene procedure 1-4. Bepaal de kleuren. Alle bovengenoemde narcotica geven een intens, helder blauw, vlokkig neerslag. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng. Als het blauwe neerslag niet oplost, duidt dat op cocaïne. Als het blauwe neerslag gedeeltelijk oplost, wijst dat op de aanwezigheid van methadon of lidocaïne. Volledig oplossen van het blauwe neerslag duidt op procaïne of tetracaïne. Reagens 5 Dille-Koppanyi's-reagens (2 ampullen) Een test ter bepaling van barbituraten. Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng. Een paarse of roodviolette kleur duidt op de aanwezigheid van een barbituraat. Een zwak blauwe kleur is een negatieve reactie. Reagens 6 Mandelins-reagens (1 ampul) Een test ter nadere bevestiging van amfetaminen. Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Let op de kleurveranderingen. Een groenbruine kleur die verandert in olijfgroen duidt op de aanwezigheid van amfetamine. Een olijfgroene kleur die verandert in grijsgroen duidt op amfetamine. Een bruine kleur met een blauwe gloed wijst op een opiumalkaloïd. Reagens 7 Gemodificeerd Ehrlichs-reagens (2 ampullen) Een test voor het bepalen van hallucinogenen. NB: Omdat het actieve bestanddeel bij hallucinogenen in zeer geringe hoeveelheden aanwezig kan zijn, kan een grotere hoeveelheid monster nodig zijn om een kleurrespons te krijgen die goed te vergelijken is. Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng. Kleuren: a. Een, zich langzaam ontwikkelende, purperrode kleur wijst op de aanwezigheid van LSD of andere ergot alkaloïden. Een wijnroze kleur duidt op de aanwezigheid van DMT (dimethyltryptamine) of DET (diethyltryptamine). Reagens 8 Duquenois'-reagens (2 ampullen) Een test ter bepaling van marihuana, hashish, hasholie en THC-resten in rookgerei. Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Meng goed gedurende 1 minuut. 5. Knijp de ampul in de dop kapot. Meng. Observeer de kleur die ontstaat. Een grijsblauwe of violetblauwe kleur duidt op THC, het actieve bestanddeel van hennep, hashish en hasholie. De intensiteit van de kleur en de snelheid waarmee zij ontstaat geeft een indicatie over de sterkte van het materiaal. NB: PLANTENMATERIAAL en oliën moeten met Duquenois' getest worden. Het resultaat, indien positief, kan door een test met KN-reagens (#9) bevestigd worden. Reagens 9 KN-reagens (Fast Blue B-zout) (2 ampullen) Een test voor de bepaling van marihuana, hashish, THC, en THC resten in rookgerei.
Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. 5. De ampul in de dop kapot knijpen. Krachtig mengen gedurende MINSTENS 30 seconden. Reagentia vervolgens laten ontmengen. Bepaal de kleur van de onderste laag. Een oranje-rode tot zeer donkerrode kleur wijst op de aanwezigheid van marihuana, hashish, hasholie of andere Cannabis produkten. NB: Sterke monsters geven een zeer donkerrode kleur. IEDERE ANDERE KLEUR IN DE ONDERSTE LAAG BETEKENT EEN NEGATIEF RESULTAAT. Reagens 13 Cocaïne, vrije base ("Crack") reagens (2 ampullen) Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Grondig mengen. Cocaïne HCl-zout en cocaïne vrije base zullen een vlokkig, intensief blauw neerslag geven. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng zeer goed. Neerslagen van cocaïne HCl-zout en cocaïne vrije base zullen niet oplossen. Reagens 14 Methaqualon, PCP-reagens (2 ampullen) Een test voor de detectie van op straatniveau gangbare PCP-concentraties en ter bepaling van methaqualon (NB: andere reagentia in de CHARTS en daarmee vermelde PCP-reacties zijn voor tamelijk hoge PCP concentraties. Deze reagentia zullen over het algemeen geen reactie geven op monsters met de PCP concentratie die gewoonlijk, in de USA, op straatniveau wordt aangetroffen). Aantreffen van PCP (fencyclidine) in Nederland is overigens een zeldzame gebeurtenis. Reagens 23 Natriumnitroprusside-reagens voor methamfetamine (2 ampullen) Gebruik een hele kleine hoeveelheid monster. Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng. Met methamfetamine ontstaat direct een donkerblauwe kleur. NB: een soortgelijke kleurreactie ontstaat met "XTC" (MDMA). Maak een onderscheid met Marquis'-reagens #2: "XTC" geeft een grijs-groene kleur die via paars naar zwart gaat, terwijl methamfetamine een snelle kleurverandering (binnen 12 seconden) van oranje, via rood naar bruin te zien zal geven. Een negatief resultaat (geen methamfetamine aanwezig) geeft een roze kleur die langzaam in rood-bruin overgaat. Reagens 24 Gemodificeerd Mecke's-reagens Een test voor de bepaling van heroïne (2 ampullen) Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Meng goed gedurende 30 seconden. Sla geen acht op de verschillende kleuren die nu ontstaan kunnen zijn.* 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng gedurende 5 seconden. Een groene kleur wijst op de aanwezigheid van heroïne. Reagens 25 Valium®/Diazepam Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Meng grondig. 5. Knijp de ampul in de dop stuk en meng zeer goed. Binnen 60 seconden verandert de kleur van zwak violet naar paars. Reagens 26 Talwin® Pentazocine® (Fröhdes-reagens) (1 ampul) Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. De oplossing wordt direct helder blauw. Talwin is een geregistreerd handelsmerk van Winthrop Laboratories. Bevestig met test #6: deze geeft met Talwin een olijfgroene kleur. Reagens 27 Efedrine-reagens (gemodificeerd Chens-reagens) (2 ampullen) Volg de bovenstaande algemene procedure 1-4. Er ontstaat geen kleur. 5. Knijp de ampul in de dop stuk. Meng. De oplossing wordt direct helder blauw. NB: Het reagens heeft van zichzelf een aquablauwgroene kleur na het breken van beide ampullen. Reagens 28 GHB-reagens (1 ampul) Volg de bovenstaande algemene procedure 1-2 (voeg 2 tot 5 druppels toe met de bijgeleverde pipetten, bij het testen van een vloeistof). Ga verder met de algemene procedure 3-4. Meng grondig. Als de oplossing groen tot blauw-groen kleurt, duidt dit op de aanwezigheid van GHB.
|