In het algemeen wordt de term "latent vingerspoor" gebruikt voor alle soorten afdrukken die het resultaat zijn van de overdracht van kleine, nauwelijks zichtbare hoeveelheden huidafscheiding en vuil. Omdat de afdrukken van de papillairlijnen op de vingertoppen op een plaats delict vaak een belangrijke aanwijzing zijn voor de identiteit van de dader, is het vinden en veilig stellen van "latente afdrukken" belangrijk.
Andere afdrukken die kunnen worden gebruikt zijn handpalmafdrukken en voetafdrukken. In sommige gevallen heeft zelfs het oppervlak van een handschoen een latente afdruk achtergelaten die tot de aanhouding van een verdachte heeft geleid.
Bij onderzoek naar latente vingerafdrukken moeten de nauwelijks waarneembare of volledig onzichtbare afdrukken van het papillairlijnenpatroon van de vinger eerst zichtbaar worden gemaakt. Vingerafdrukken van mogelijke daders moeten dan worden opgenomen of op een andere manier vastgelegd. Zij kunnen daarna vergeleken worden met getuigensignalementen en de vingerafdrukkenverzameling die centraal opgeslagen is ter daderidentificatie.
Latente vingerafdrukken zijn meestal een mengsel van afscheidingen van de verschillende klieren in de huid. Als ze vers zijn, bevatten ze een grote hoeveelheid water (98,5-99,5%), samen met kleine hoeveelheden vetzuren, ureum, aminozuren en zouten. Chemische methoden om vingerafdrukken zichtbaar te maken, maken gebruik van de aanwezigheid van deze componenten. Ninhydrine reageert bijvoorbeeld met de aminozuren om een paarse verbinding te produceren. Zilvernitraat daarentegen reageert met de kleine hoeveelheden chloride-ionen die in zweet aanwezig kunnen zijn. Bij de reactie wordt het lichtgevoelige zilverchloride gevormd, dat bij belichting uiteenvalt in zilver en zo een zilveren afbeelding produceert (net als bij fotografie).
Poeders werken niet op chemische wijze, maar blijven gewoon hangen aan de vingerafdruk. Bij verse vingerafdrukken draagt het water dat nog in de afdruk aanwezig is aanzienlijk bij aan de hechting van poeders. Bij oudere vingerafdrukken hechten de poeders zich voornamelijk aan de vetafzettingen van de afscheidingen van de talgklieren.
De afdrukken van de papillairlijnen kunnen worden overgebracht door andere stoffen dan huidafscheiding, zoals stof, olie of bijvoorbeeld huidverzorgingsproducten. In zulke gevallen is de vingerafdruk vaak direct zichtbaar, maar voor een goed onderzoek is meestal verdere ontwikkeling nodig.
Het papillairlijnenpatroon kan ook zichtbaar worden bij vingerafdrukken in zachte materie of op met stof bedekte oppervlakken. Er is een fundamenteel verschil tussen een dergelijk afdrukspoor en een normale vingerafdruk gevormd door overdracht. Een afdruk gevormd door overdracht geeft een positief beeld van het papillairlijnenpatroo, terwijl een vingerafdruk in zachte materie een negatief beeld geeft.
Sluiten